Kampgeschiedenis
Het
Kamp Schoorl werd in de nazomer van 1939, bij aanvang van de algemene
mobilisatie op 28 augustus, gebouwd door het Nederlandse leger en
ingericht als legerkamp op de plek waar het huidige
Buitencentrum
van Staatsbosbeheer is gevestigd. De militairen werden tijdens de bouw
gelegerd in het nabijgelegen Doopsgezind Broederschapshuis met als
gevolg dat de plusminus 60 aldaar gehuisveste protestantse Joods-Duitse
vluchtelingen op 25 augustus plots naar elders
verplaatst
moesten worden (bron: periodiek Cultuurhistorische Vereniging Scoronlo
nr. 33) Het kamp werd op 25 november 1939 in dienst gesteld.
Kamp
Schoorl was het eerste gevangenenkamp dat de Duitsers in Nederland
inrichtten. Eind oktober 1941 werd het in die hoedanigheid gesloten,
waarschijnlijk omdat het te klein was, te dicht bij de kust lag en
bovendien te ver verwijderd van een spoorweg
Kamp
Schoorl diende als legerkamp, als interneringskamp, als
concentratiekamp en als laatst na de oorlog als conferentieoord(!). De
geschiedenis van gebruik is, globaal, de volgende.
Nederlands
legerkamp
Van
25 november 1939 tot mei 1940 heeft het zes compagnieën
reservetroepen van het 21e Depot Bataljon VIIIe Infanterie gehuisvest
(zie ook hier).
Tijdens de meidagen heeft de in Schoorl gelegerde eenheid niet aan de
gevechtshandelingen deelgenomen.
Duits
legerkamp
Na
de
capitulatie van Nederland op 15 mei 1940 is het kamp een maand in
gebruik geweest bij een onderdeel van de Wehrmacht.
Duits
Interneringskamp
Geallieerde
burgers uit landen waarmee Duitsland in oorlog was, werden in
de
loop van juni 1940 in Schoorl geïnterneerd: Franse en
Belgische
mannen, ook Engelse mannen en vrouwen. De allereerste geïnterneerde was
trouwens een Nederlander: klik hier voor het verhaal van
Josephus
Hubertus (Hub) Frenken . De jongens jonger dan achttien jaar werden
direct vrijgelaten; zo ook een groep Elzassers die aanhankelijkheid
tegenover de Duitsers betoonden. De Fransen en Belgen werden na
ongeveer twee maanden vrijgelaten. De Engelsen werden op 3 september
1940 naar het civiel interneringskamp Ilag VIII in Tost (het
huidige Toszek in Polen), getransporteerd. In december 1940 werden
veertig Engelse vrouwen geïnterneerd; een deel van hen werd in februari
1941 naar Liebenau gebracht, een ander deel naar Vittel in de Vogezen
in Frankrijk.
Duits
Durchgangslager
Op
23 februari 1941 kwam de eerste groep gevangenen, Joodse jongemannen,
aan en werd het toen lege kamp gebruikt als concentratiekamp
(Durchgangslager), totdat die functie op 26 oktober 1941 overging op
Kamp Amersfoort. Het is met name deze periode dat de naam van het kamp
zich moet voegen bij de anderen waar de Duitsers misdadig optraden.
Deze periode wordt apart behandeld onder het hoofdstuk
Gevangenen.
Duits
Legerkamp
Tot
het eind van de oorlog waren eenheden van de Wehrmacht en de
Organisation Todt in het kamp gelegerd, waaronder het 787e Turkestanse
Infanterie Bataljon dat bestond uit krijgsgevangen Turkmenen die in
Duitse krijgsdienst waren getreden, de zogenoemde "Osttruppen".
Nederlands
Bewaringskamp
Na
de bevrijding in 1945 werd het kamp, als een van de 32 kampen in
Noord-Holland, tot eind 1946 gebruikt voor internering van SS-ers,
NSB-ers, Jeugdstormers en andere collaborateurs. Onder hen
veel
NSB-burgemeesters. In totaal waren er ongeveer 2000 gevangenen. De
bewakers waren voornamelijk dienstplichtige Nederlandse
militairen.
Nederland
legerkamp
Van
eind 1946 tot september 1947 heeft het kamp nog dienst gedaan als
legerkamp voor het Nederlandse leger. Omdat eerst een grondige
verbetering van de barakken en het sanitair noodzakelijk was, konden de
eerste soldaten van het IIIe Regiment Uitrustings Troepen er pas in het
voorjaar van 1947 gehuisvest worden. In augustus en september
diende Schoorl als trainingskamp voor soldaten die ingezet
zouden
worden tijdens de Tweede Politionele Actie in het voormalige Ned.
Indië. Daarna stond het leeg. Klik hier voor een collectie
foto's
uit de nalatenschap van Piet Binkhorst, die in 1947 in Schoorl gelegerd
was.
Esperantisten
In
de zomer
van 1948 werd een Internationaal Congres voor
Jeugdige
Esperantisten in het kamp gehouden .
Afbraak
en hergebruik
Begin
1949 werd het kamp gesloten en afgebroken. Een van de barakken is toen
in het dorp 't Veld
neergezet als clublokaal:
Gevangenen
In
de bijna anderhalf jaar dat kamp Schoorl door de Duitsers werd
gebruikt, eerst als interneringskamp en daarna acht maanden als
concentratiekamp in de functie van ‘Polizeiliches Durchgangslager"
hebben in Schoorl ongeveer 1.900 mensen gevangen gezeten. Voor
ongeveer 1000 van hen werd het kamp een "voorportaal van de
dood". Van de twee groepen Joodse gevangenen werden in totaal
689
man doorgezonden naar buitenlandse concentratiekampen en, op twee na
aldaar vermoord. Van de politieke gevangenen, bijna allen lid van een
communistische organisatie werden er meer dan 250 in Duitsland gedood,
voornamelijk in concentratiekampen. Er zijn nooit meer dan 750
gevangenen tegelijkertijd opgesloten geweest. Voor zover bekend is niet
één gevangene gestorven in Kamp Schoorl.
De
eerste groep Joodse Gevangenen
Op
zondag 23 februari 1941 arriveerden 425 arrestanten in kamp Schoorl,
aangevoerd per trucks. De temperatuur was net boven het vriespunt. De
Joodse mannen waren door de "Grüne Polizei" in de namiddag
van
zaterdag en in de loop van die zondag naar willekeur tijdens een
klopjacht in de hermetisch afgesloten Jodenbuurt in Amsterdam op straat
opgepakt, samengedreven, mishandeld en afgeranseld en
afgevoerd
naar Schoorl.
De
aanleiding tot deze razzia was door de WA-leden geprovoceerde
ongeregeldheden in de Jodenbuurt. Eind 1940, begin 1941 waren namelijk
WA-leden begonnen met anti-joodse acties. Bij cafés en andere
uitgaansgelegenheden op het Rembrandtplein-Thorbeckeplein hingen ze
ongevraagd bordjes op: 'Joden niet gewenst'. Bovendien terroriseerden
ze de bewoners van de oude joodse buurt, aan de andere kant van de
Amstel.
De
WA, de 'Weerafdeling' van de NSB, wekte sinds het begin van de
bezetting toch al veel weerzin in Amsterdam door haar provocerende
houding van 'de straat is van ons'. Knokploegen van joodse en
niet-joodse Amsterdamse 'gozers' traden tegen de WA op. Er vielen over
en weer rake klappen. Op 11 februari 1941 raakte WA-man Koot bij zo'n
vechtpartij dodelijk gewond.
Hierop
reageerden de Duitsers onmiddellijk met een reeks maatregelen: a) de
jodenbuurt werd voor enkele dagen afgesloten en er werden arrestaties
verricht, b) enkele vooraanstaande joden moesten als 'joodse raad' de
buurtbewoners tot kalmte manen. Dit gebeurde op 13 februari, toen de
diamantair A. Asscher een toespraak hield in de Diamantbeurs op het
Weesperplein, c) de joden moesten 'hun wapens bij de politie inleveren'
(er waren nauwelijks wapens), en d) de WA moest uit de buurt wegblijven.
Over
de joodse buurt daalde nu een onheilspellende sfeer neer. Die sfeer van
spanning en geweld bleef in Amsterdam aanwezig. Op 19 februari 1941
drongen enkele mannen de joodse IJssalon Koco in de Van Woustraat
binnen. De zaak was gesloten, en met een houten betimmering
afgeschermd. De verdedigers van Koco, die meenden met WA-lieden van
doen te hebben, zetten als verdediging tegen de indringers een cilinder
ammoniakgas open (ammoniakgas doet dienst in koelmachines). Maar deze
indringers waren niet van de WA, maar van de Duitse politie. Het kon
niet erger. De Duitse autoriteiten riepen dat er een 'aanslag' was
gepleegd op hun personeel.
Strafexpeditie
tegen de joden'
Op
zaterdag 22 en zondag 23 februari 1941 hield de 'Grüne Polizei'
(Ordnungspolizei, Duitse ordetroepen gekleed in groene uniformen) grote
razzia's in de buurt. De Duitsers noemden dit een 'strafexpeditie tegen
de joden'. De Amsterdamse politie moest aan de razzia's meewerken.
Joodse jongens en mannen werden willekeurig opgepakt,
samengedreven op het Jonas Daniel Meyerplein , mishandeld en in een
lange rij legertrucks naar Schoorl weggevoerd (zie onder meer
www.verzetsmuseum.org. Februaristaking).
In
de daarop volgende vier dagen werd een aantal van hen om medische
redenen weggestuurd. De overigen, 389 in totaal, werden gedeporteerd
naar concentratiekamp Buchenwald.,
Op
22 mei 1941 werden 342 overlevenden van Buchenwald op transport gezet
naar concentratiekamp Mauthausen, waar zij in de steengroeve op zeer
wrede wijze werden behandeld. Binnen enkele weken kwamen zij allen om.
Ze werden vermoord of pleegden zelfmoord; dit laatste gebeurde zelfs
enkele malen collectief door hand in hand in de steengroeve te springen.
De
tweede groep Joodse gevangenen
Op
11 juni 1941 vond in Amsterdam-Zuid opnieuw een razzia plaats. De
bezetter greep sabotage-acties aan om deze actie te motiveren. Uit
vrees voor reacties als in februari, besloot Willy Lages, hoofd van de
SD in Noord-Holland geen straat-razzia’s te organiseren maar
de
slachtoffers van huis op te halen. Onder valse voorwendselen vroeg hij
de Joodse Raad om de lijst met namen en adressen van de leerlingen van
het Joodse Werkdorp in de Wieringermeer, die in maart 1941 gesommeerd
waren naar Amsterdam te komen. Zij zouden nu weer mogen terugkeren.
Omdat veel leerlingen de zaak niet vertrouwden en onderdoken, werden er
te weinig mensen opgehaald en vonden er alsnog razzia's plaats in cafés
en joodse sportclubs.
In
de nacht van woensdag 11 juni en in de vroege ochtend van 12 juni kwam
deze groep in Schoorl aan. In totaal 310 jongemannen.
Vermoedelijk moesten het gezonde mannen zijn want
na een
paar dagen werden er negen namen afgeroepen van mannen die vervolgens
om gezondheidsreden het kamp uit werden gestuurd. Veertien
dagen
later werden de gedetineerden per trein naar concentratiekamp
Mauthausen op transport gesteld, waarvan er later nog 96 doorgezonden
werden naar euthanasiecentrum Schoss Hartheim.
Van
de in totaal 689 joodse jonge mannen van deze twee groepen
die
gedeporteerd werden overleefden slechts twee de
concentratiekampen
"Socialistische"
gevangenen
Na
de Duitse invasie van de Sovjet-Unie op 22 juni 1941 werden in
Nederland massale arrestaties verricht van communisten en mensen met
linkse, "socialistische" sympathieën. Na de inval van de Duitsers in
Nederland werden de CPN en de RSAP op 20 juli 1940 verboden omdat zij
zich al in de jaren dertig fel gekeerd hadden tegen het
nationaalsocialisme en fascisme. De arrestanten stonden op
lange
lijsten die door de lokale politie-inlichtingendiensten al voor de
oorlog aangelegd waren. De Duitsers hadden aantallen te arresteren
communisten opgegeven, de politie maakte een keuze wie gearresteerd
moest worden en arresteerde op 25 en 26 juni 1941 zelfs vaak meer
mensen dan waar de Duitsers om gevraagd hadden. In die dagen werden 420
leden van de CPN naar Schoorl gebracht, nog eens 21 leden uit de buurt
van Alkmaar, van de Revolutionaire Socialistische Arbeiders
Partij (RSAP) waaronder velen van de " Sneevlietgroep" en 13
Trotskisten. Als gevolg van arrestaties werden in augustus
nog
eens 175 aan deze groep van politieke gevangenen toegevoegd.
De
behandeling van de Joodse communisten was erg slecht; als
"strafmaatregel"moesten zij vaak het appel op hun hurken meemaken.
Op
18 augustus 1941 werd een groep van bijna tweehonderd communisten naar
Kamp Amersfoort overgebracht, en daarna nog eens 250 gevangenen. Van
daar werden ze naar de Duitse concentratiekampen weggevoerd. De 25
vrouwen onder de gevangenen, voornamelijk kaderleden van de
communistische partij, gingen via één van de Amsterdamse Huizen van
Bewaring naar het beruchte kamp Ravensbrück. "Daar is het niet zo
prettig als hier," zei Berg, de Lagerkommandant, tegen één van de
vrouwen. Bijna alle communisten zijn in concentratiekamp Neuengamme
terecht gekomen. De meesten van hen zijn om het leven gekomen door
vergassing in vernietigingsinstituut Bernburg, door vlektyfus, door
medische experimenten, door uitputting in andere concentratiekampen of
later bij de ondergang van het cruiseschip Cap Arcona op de Oostzee op
3 mei 1945.
Gijzelaars
Gijzelaars
Sommelsdijk
Op
zondag 9 maart 1941, de eerste groep Joodse gevangenen was
inmiddels weggevoerd, werden 176 mannen (d.w.z. 4
slaapbarakken
van elk 44 man) uit Sommelsdijk in de leeftijd van
18 tot
30 jaar, een maand in Kamp Schoorl geïnterneerd wegens belediging van
het Duitse leger en de Nederlandse politie.
Politieke
gijzelaars
Eind
juni 1941 werden 90 ARP- en CNV-voormannen tezamen met enkele
kopstukken van de CHU vastgezet. Eind augustus 1941 gingen 39 van hen
naar Buchenwald, waarvan zij midden november 1941 naar Nederland
terugkeerden. De overigen waren inmiddels vrijgelaten.
Gijzelaars
Maassluis
Op
4 juli werd een groep van 20 personen uit Maassluis geïnterneerd omdat
zij een uit Duitse gevangenschap teruggekeerde plaatsgenoot
uitbundig hadden verwelkomt. Daarna zijn ze getransporteerd naar kamp
Amersfoort.
Gijzelaars
Rijnsburg
Begin
september 1941 werd een groep van 30 inwonersn uit Rijnsburg
geïnterneerd omdat zij demonstratief Koninginnedag hadden gevierd. Ook
zij werden doorgezonden naar kamp Amersfoort vanwaar zij eind oktober
kaalgeschoren terugkeerden in Rijnsburg.
Gijzelaars
Hummelo
Een
aantal notabelen uit Hummelo werden is september geïnterneerd omdat een
minderjarige inwoner o.a. telefoonkabels had doorgeknipt. Als
"represaille" voor deze sabotage werden 100 Twentse
Joden
opgepakt en naar concentratiekamp Mauthausen gedeporteerd.
Strafgevangenen
De
vliegers
Op
14 mei 1941 werden een groot aantal officieren en anderen van
het
1ste luchtvaartregiment (de archieven spreken van "een honderdtal
vliegeniers en ander KLM-personeel") gevangen gezet omdat ze er van
verdacht werden samengewerkt te hebben met drie piloten, die met twee
Fokker G-1's naar Engeland ontsnapt waren. Ze werden veroordeeld tot
zes weken detentie en werden op 19 juni 1941 weer vrijgelaten.
Duitsgezinden
In
juli 1941 hebben 21 WA-ers en vier Jeugdstormers (!) twee weken
vastgezeten wegens het afranselen van de burgemeester van Zandvoort.
Op
26 oktober 1941 werd gemeld dat 'Das Lager Schoorl ist aufgelöst'. Toen
waren er nog 238 gevangenen aanwezig, 43 daarvan werd vrijgelaten,
terwijl de resterende 195 met commandant Berg overgingen naar het Kamp
Amersfoort.
Regime
Het
kamp was omgeven door een dubbele prikkeldraadversperring met vier
wachttorens. Het regime was niet streng, onvergelijkelijk met wat de
meesten later zouden ervaren. Gevangenen mochten post en pakketten
ontvangen, hoefden geen zware arbeid te verrichten en kregen hetzelfde
voedsel als de bewakers. Daar staat tegenover dat met name communisten
en Joden vaak werden mishandeld en pesterijen te verduren kregen,
hoewel de behandeling hier meer bedoelde te vernederen dan te pijnigen.
Zo moesten zij, 'op de knieën kruipende, een op de grond aangebracht
stenen hakenkruis met een tandenborstel schoonmaken’. Ook werden de
gevangenen in elk geval met ‘exercities’ op ondraaglijke wijze
vermoeid. Niettemin wist de toenmalige waarnemend secretaris-generaal
van Justitie, mr. J.P. Hooykaas (geen NSB-er) van de naar Schoorl in
februari 1941 overgebrachte Joden te zeggen: ‘Daar hadden die jongens
het best’.
Vanuit
Canada werd ons een programma van een "Bunter Abend", gehouden
op
25 augustus 1940, toegestuurd. Dit geeft een inkijkje in de
verhoudingen in de allereerste beginperiode, voor de komst van de
joodse en politieke gevangenen.
Het
Kamp Schoorl viel tot begin november 1941 onder
verantwoordelijkheid van de Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des
Sicherheitsdienstes (BdS) Wilhelm
Harster.
|
Van
juli tot december 1940 was SS-Untersturmführer (tweede luitenant)
Arnold Schmidt de eerste commandant van het kamp Schoorl. Het
kamp werd aanvankelijk gewoon aangeduid als
Internierungslager.
|
Van
december
1940 tot augustus 1941 was
SS-Untersturmführer a
href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Johann_Friedrich_St%C3%B6ver">Johann
Friedrich (Hans) Stöver de commandant. Stöver was
werkzaamvoor de Sicherheitsdienst in Assen en Den Haag voordat hij eind
1940 commandant werd van Kamp Schoorl.
De
indruk die Stöver in Schoorlwekte, was dat hij volgens het boekje
handelde. Hij werd het meest gevreesd door de inspecties waarbij men
vaak opnieuw moest 'sauber machen' Hij kon flink tekeer gaan, maar over
het algemeen schijnt hij de gevangenen in Schoorl correct behandeld te
hebben.
De
gevangenen die op 18 augustus 1941 vanuit Kamp Schoorl werden
overgebracht naar het nieuwe Kamp Amersfoort zagen in Amersfoort het
'vertrouwde' gezicht van hun commandant weer terug. Hij was daar SS-Schutzhaftlagerführer
I geworden. De
ontvangst
in Amersfoort was een geheel andere dan die de 195 gevangenen zich
hadden
voorgesteld.
Direct na aankomst werden zij zonder aanleiding geslagen en gestompt.
De twee 'specialisten'uit Dachau, 'Petri' en 'Berg' (niet dezelfde als
Karl Peter Berg) die deze demonstratie van 'omgangsvormen'
gaven
werden daarin bijgestaan door enkele Kamp-SS'ers. Stöver (die in
Amersfoort de onverklaarbare bijnaam "Nelis" zou krijgen) bleek niet
afkerig van dit geweld.
|
Stöver
werd, op zijn beurt, in augustus 1941 weer vervangen door
SS-Untersturmführer a
href="http://nl.wikipedia.org/wiki/Karl_Peter_Berg">Karl Peter
Berg. Het kamp werd
bewaakt door manschappen van
de Ordnungspolizei.
Het kamp kreeg, toen Stöver verdween, officieel de aanduiding
Polizeiliches Durchgangslager Schoorl.
Karl
Peter Berg, geboren op 18 april 1907 te Honnef am Rhein, van beroep
Kriminalsekretar, werd op 28 mei 1940 als Hauptscharführer bij de SD te
Arnhem geplaatst. Op 2 september 1940 werd hij ingedeeld bij de
afdeling "Zur Besondere Verwendung" bij "Gruppe IV der
Sicherheitspolizei" in Den Haag. In januari 1941 werd Berg als
ondercommandant
- in de rang van
Hauptscharführer
- naar Kamp Schoorl gedirigeerd. Na
de opheffing van Kamp Schoorl werd Berg door Sturmbannführer Erich
Deppner - het toenmalige hoofd van "Gruppe IV" in Den Haag -
overgeplaatst naar de Aussenstelle der Sicherheitspolizei in Leeuwarden.
Op
1 januari 1942 werd Berg bevorderd tot
"Sturmscharführer".
Wegens
ziekte van Obersturmführer Walter Heinrich, de commandant van Kamp
Amersfoort, werd Berg begin maart 1942 door Deppner overgeplaatst naar
Kamp Amersfoort. De functie die Berg ging bekleden was die van
Stellvertretener (plaatsvervangende) Schutzhaftlagerführer. In april
1942, nadat Obersturmführer Heinrich van zijn ziekte was hersteld, werd
Berg officieel
benoemd
in zijn nieuwe functie. Hij ontpopte
zich tot een wrede en onvoorspelbare Nazibeul. In feite hadden de twee
'Schutzhaftlagerführer', Stöver en Berg, de macht, want
Heinrich
zat meestal in Amsterdamse cafés.
Na
de oorlog werd Berg ter dood veroordeeld
en op 22 november 1949 gefusilleerd in het voormalige Fort Bijlmer.
|
De
eerste naoorlogse Nederlandse commandant van kamp Schoorl was Jacob van
de Berg, een sectiecommandant van de Binnenlandse Strijdkrachten, later
vervangen door de heer Spandau. Vanaf 1 januari 1946 ressorteerden de
bewaringskampen onder het Directoraat-Generaal voor de Bijzondere
Rechtspleging. In deze periode was de heer Seelen commandant, tot het
kamp eind 1946 gesloten werd<.a href="#home">
|
|
- Piet Douwma
In kamp Schoorl van 17 juli 1941 tot aug,/sep. 1941. Met nog 44 andere
Nederlanders omgebracht in vernietigingsinstituut Bernburg.
- Abraham
van Hal Als lid van de CPN in kamp Schoorl vastgezeten.
Omgekomen te Neuengamme op 24 november 1942.
- Alexander
Salomon de Leeuw Van 18 mei 1941 tot september 1941
vastgezeten in kamp Schoorl. Lid van de CPN. Op 4 augustus 1942
omgebracht in Auschwitz.
- George Okker
Behoorde tot de eerste groep joodse mannen. Overleden in Mauthausen 12
september 1941.
- Jan Dirk Jurrien Bronk was een van de mensen die in Utrecht tijdens de Aktion CPN zijn opgepakt. Hij heeft van 28 juni 1941 tot 24 oktober 1941 in kamp Schoorl vastgezeten. Na een maand in kamp Amersfoort werd hij overgebracht naar Neuengamme, waar hij bij een vluchtpoging omkwam op 4 januari 1943.
|
Historisch document
Vormgeving: Edd Simons/Jeroen Klaver
Omslagtekening: Wil de Bie
Fotokeuze: Wil Janssen
Omvang: 224 pagina's
Formaat: 12,5 x 20 cm
Uitvoering: gebrocheerd
ISBN 978 90 5429 240 1
Prijs: € 20
NUR: 321
Is verschenen in april 2007 i.s.m. Comité Kamp Schoorl en ondersteund
door de gemeente Bergen (N-H)
|
Verhalen van 13 auteurs n.a.v. het 20-jarig
bestaan van Uitgeverij Conserve
Samenstelling: Kees de Bakker
Omslagschilderij: Strand Camperduin door Harrie Kuijten
Hierin, op blz 163-173:
Frédéric Bastet over Kamp Schoorl
(Frédéric was in Kamp Schoorl gelegerd van februari tot augustus 1947)
Omvang: 236 pagina's
Formaat: 12,5 x 20 cm
Uitvoering: gebrocheerd
ISBN: 9789054291763
Prijs: 20 Euro
NUR: 321
|
De oorlogservaringen van zuster Angelic Brophy
(blz. 71 - 91)
Auteur: Maria Janssen-Rutte
Uitgave van Museum Het Ursulinenconvent
ism Barjestek van Waalwijk van Doorn & Co
Uitgeversmaatschappij, 2016 Eijsden (L.)
ISBN 978 90 561 31180
Lenen
van bibliotheek
|
Overzicht in zuidelijke richting (bron foto: http://www.archieven.nl)
overzicht
de poort
en een 'artist impression' ervan door Geert
Schreuder
het kamp in de winter
een overzicht, met een wachttoren op de
voorgrond
links Berg met echtgenote
de Engelse gedetineerden
Engelse Nonnen in kamp
Schoorl (Foto: collectie Wil Janssen)
de vrouwelijke gedetineerden
de vrouwelijke gedetineerden op appèl
de Sommelsdijkers tijdens hun
gymnastiekoefeningen
bord bij de Damweg, de weg van het
Noordhollandsch Kanaal naar Schoorl
Nederlandse soldaten gelegerd in 1947 (klik hier
voor meer foto's)
OP
DEZE PLAATS
BEVOND
ZICH HET 'KAMP SCHOORL'
WAAR
DE NAZI-BEZETTER TUSSEN
DECEMBER
1940 EN OKTOBER 1941
JOODSE
EN POLITIEKE GEVANGENEN
VASTHIELD
VOORDAT ZIJ NAAR ANDERE
KAMPEN
WERDEN OVERGEBRACHT.
VOOR
HEN BEGON HIER EEN LIJDENSWEG
WAARVAN
DE MEESTEN NIET TERUGKEERDEN
|
|
Geraadpleegde bronnen
Verhalen over Kamp Schoorl
|
Aan
de rand van de vlakte, waar vroeger het Kamp Schoorl gevestigd was,
staat nu een monument. De exacte locatie kunt u op onderstaande kaart
vinden.
Deze
website is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld
geworden. Ik ben niet aansprakelijk voor enige directe of indirecte
schade die zou kunnen ontstaan door het gebruik van de op deze website
aangeboden informatie. Aan de inhoud van deze website kunnen op geen
enkele wijze rechten worden ontleend of aanspraken worden gemaakt.
In het geval dat u iets aantreft dat
incorrect is, dan verzoek ik u mij dit te laten weten per e-mail.
Ik
onderschrijf uw recht op privacy op het web en stel alles in het werk
om uw veiligheid op internet te garanderen. Dit is van toepassing op
alle pagina's die zijn ondergebracht op www.kamp-schoorl.nl. Het geldt
echter niet voor pagina's van andere organisaties die aan deze site
gelinkt zijn en die mogelijk een ander privacy-beleid voeren.
Ik
verzamel op deze website voornamelijk relevante historische gegevens.
Indien u van mening bent dat uw privacy wordt geschonden, dan verzoek
ik u dit onmiddellijk te melden via e-mail. Van het gebruikte
fotomateriaal is, op een enkele uitzondering na, niet na te gaan wie de
rechten daarop heeft. Waar mogelijk is de bron vermeld. Indien u meent
rechten te hebben op bepaalde foto's, dan wordt u verzocht dit kenbaar
te maken. Die foto/foto's zal/zullen
dan direct verwijderd worden.
|
Herdenking
Op dinsdag 11 juni 2024, om 14.00 uur, werd bij het monument van Kamp Schoorl, bij het bezoekerscentrum Schoorlse Duinen (voorheen het Zandspoor), Oorsprongweg 1 te Schoorl, de jaarlijkse herdenking gehouden. Deze herdenking werd georganiseerd door de gemeente Bergen, samen met het Comité Kamp Schoorl.
Programma
14.00 u. - Welkomstwoord door Monique Klaver-Blankendaal
14.02 u. - Toespraak door burgemeester Lars Voskuil
14.07 u. - Toespraak door Ronny Naftaniel
14.12 u. - Voordrachten door kinderen van de basisschool
14.17 u. - Muzikaal optreden door Hejmisj Zain
14.27 u. - Jizkor door rabbijn S. Spiero
14.32 u. - 1 minuut stilte
14.33 u. - Bloemlegging
15.10 u. - Sluiting en uitnodiging voor koffie en thee in het Buitencentrum Schoorlse Duinen
Routebeschrijvingen
Met openbaar vervoer: trein tot Alkmaar CS - bus 151 tot halte Idenslaan - linksaf, 650m lopen
Wanneer u gebruik maakt van een navigatiesysteem, stel dat dan in op "Heereweg 83, Schoorl". Hier voorbij linksaf is de Oorsprongweg, waar het buitencentrum ligt.
|
Joods monument
Op 29 augustus 2013 om 11 uur werd op de Algemene Begraafplaats aan de Molenweg te Schoorl een
herinneringsplaquette onthuld ter herinnering aan weggevoerde Joodse medeburgers uit Schoorl.
Op 22 april 1942 werden drie Joodse medeburgers uit Schoorl door de Duitse bezetter weggevoerd. Zij kwamen niet terug. Uit zeer betrouwbare informatie blijkt, dat zij in vernietigingskampen in Polen werden vermoord.
Tot op dat moment werden de vermoorde Joodse mensen uit Schoorl niet op passende wijze herdacht. Wij hebben in het najaar van 2012 het initiatief genomen om te onderzoeken op welke wijze aan een permanente herdenking vorm zou kunnen worden gegeven.
In eerste instantie werd gedacht aan struikelstenen. Een Duitse kunstenaar ontwierp hiertoe een kleine steen van 10x10 cm, waarop de naam, geboorte en sterfdatum en het kamp waar de moord plaatsvond, wordt vermeld. Deze steen wordt vóór het huis van waaruit de Joodse medeburgers werden weggevoerd, geplaatst. Tienduizenden van deze stenen zijn inmiddels in West en Midden Europa geplaatst, zo ook in tientallen steden in Nederland.
In tweede instantie werd gedacht om een plaquette te plaatsen op de begraafplaats in Schoorl, waarop de namen en relevante informatie is vermeld. Voor deze laatste optie is gekozen, ook al omdat op de begraafplaats in Bergen reeds een steen is geplaatst met de namen van Joodse mensen die vanuit Bergen zijn weggevoerd.
In oktober 2012 werd toestemming en medewerking gevraagd aan het bestuur van de gemeente Bergen. De medewerking werd en wordt verleend!
Onderstaande Joodse medeburgers werden vanuit Schoorl weggevoerd:
Louis de Kadt, geboren 13-05-1913 te Rotterdam, overleden 10-08-1942 te Auschwitz, 29 jaar.
Sonja Rita de Kadt-Swaap, geboren 08-10-1919 te Amsterdam, overleden 10-08-1942 te Auschwitz, 22 jaar.
Louis de Kadt en zijn echtgenote Sonja zijn vanuit hun huis aan de Boschmansweg nr. 11 weggevoerd en in Auschwitz vermoord.
Philip Mok, geboren 20-08-1920 te Haarlem, overleden 09-07-1943 te Sobibor, 22 jaar.
Philip Mok is vanuit zijn woonadres aan de (huidige) Duinweg 125 weggevoerd en in Sobibor vermoord.
De herinneringsplaquette is op 29 augustus 2013 om 11 uur in de morgen onthuld in aanwezigheid van Opperrabbijn J.S. Jacobs, rabbijn S.Spiero, burgemeester H. Hafkamp, en vele genodigden en belangstellenden.
Met hartelijke groet, Werner Timans en Ildikó Pronk-Udvarhelyi.
|
Westerborkpad
In januari 2012 werd het
Westerbork(wandel)pad geopend. Over een traject van ongeveer 320 kilometer loopt het Westerborkpad van de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam, tijdens de oorlog een verzamelplaats voor Joden, naar het voormalig Kamp Westerbork. De tocht bestaat uit etappes van ca. 10 kilometer. Om de deportatieroute die zoveel Joodse slachtoffers in de oorlogsjaren gedwongen aflegden in beeld te brengen, wordt zoveel mogelijk gelopen in de buurt van de spoorlijn. Het traject neemt wandelaars mee langs oorlogsmonumenten, synagogen en andere locaties die ten aanzien van de Jodenvervolging in Nederland tijdens en na de Tweede Wereldoorlog een belangrijke rol speelden. Een speciale wandelgids informeert de deelnemers nader over deze plaatsen.
Meer informatie klik hier.
|
|